Jinshi (Chinees examenstelsel)

Wang Qiong (王瓊) (1459–1532) ontving de jinshi-graad gedurende de Ming-periode.
Een paleisexamen in Kaifeng, de hoofdstad van de Noordelijke Song. Achter de grote tafel zit de keizer, Taizong.
Neo-confucianistisch filosoof en jinshi-geleerde Wang Yangming, die de graad ontving in 1499.[1]
Li Hongzhang, een invloedrijke generaal en bestuurder in de late Qing-periode, ontving de jinshi-graad in 1847.[2]
In 1811 ontving literaat bestuurder Lin Zexu zijn jinshi-graad. Lin speelde later als generaal een belangrijke rol in de Chinese strijd tegen de opiumhandel, en zette aan tot de opiumverbranding te Humen in 1839.[3]

Jinshi (traditioneel Chinees: 進士, hanyu pinyin: Jìnshì) was de hoogste graad in het examenstelsel van het Chinees keizerrijk.[4] In tegenstelling tot lagere graden was het een hoofdstedelijke graad, wat betekende dat de kandidaat diende af te reizen naar de hoofdstad van die tijd om deel te namen aan een algemeen examen en een ritueel examen, dat plaatsvond in het keizerlijk paleis.[5] Het behalen van de jinshi-graad verleende mannen toegang tot de ambtenarij. Vanaf de regeerperiode van Ming-keizer Zhengtong gaf de graad ook toegang tot de prestigieuze Hanlin-academie in Beijing.

Het was bijzonder moeilijk voor een kandidaat om de jinshi-graad te behalen. Eén tot twee procent van de examenkandidaten slaagde en behaalde de graad.[6] Bekende ontvangers van de graad waren Song-hervormer Wang Anshi (1042)[7] en Ming-kunstschilder Su Shi (1057), die de graad ontving op negentienjarige leeftijd.[8]

De kandidaat met de hoogste score op het paleisexamen kreeg de titel zhuangyuan (狀元). De titel was bijzonder prestigieus en bood doorgaans toegang tot een gezaghebbende publieke functie.[9]

  1. Citefout: Onjuist label <ref>; er is geen tekst opgegeven voor referenties met de naam wangyangming
  2. (en) Stephen R. Platt. Autumn in the Heavenly Kingdom: China, the West and the Epic Story of the Taiping Civil War (New York, NY: Alfred A. Knopf, 2012), 254.
  3. (en) Jonathan D. Spence. The Search for Modern China (New York, NY: W.W. Norton & Company, 2013), 152–158.
  4. (en) Spence, 217–218.
  5. Barend J. ter Haar. Het Hemels Mandaat: De Geschiedenis van het Chinese Keizerrijk (Amsterdam: Amsterdam University Press, 2009), 205–206.
  6. (en) Fu Zhengyuan. Autocratic Tradition and Chinese Politics (Cambridge: Cambridge Universtiy Press, 1993), 97.
  7. Ter Haar, 197.
  8. (en) China Online Museum: Su Shi
  9. (en) Charles O. Hucker. Dictionary of Official Titles of Imperial China (Stanford: Stanford University Press, 1985), 187.

Developed by StudentB